2018 februari 23 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting afgestemd op en met maximale inbreng van de burger

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting afgestemd op en met maximale inbreng van de burger

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting afgestemd op en met maximale inbreng van de burger

Visie: Behoorlijk Bestuur kiest in een krimpende omgeving voor kwaliteit bij ruimtelijke ordening en stedelijke ontwikkeling, afgestemd op de behoefte van de (vergrijzende) bevolking.De gemeente dient een faciliterende rol met maximale inbreng van de burger zeker te stellen.

RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING.
a. Stedelijke inrichting
Het is van belang dat de (binnen)stad tegen verloedering wordt beschermd. Bestaande en goedgekeurde plannen moeten zoveel mogelijk gerealiseerd
worden. Echter het is de plicht van het gemeentebestuur ook plannen die, financieel of anderszins, onhaalbaar of risicovol blijken te zijn, te herzien.
Bestuurlijke consistentie mag nooit een argument zijn als de risico’s groot of niet te overzien zijn. Voorts is het essentieel dat de belangen van burgers altijd op waarde worden geschat.
Dit is alleen mogelijk als tijdige inspraak gewaarborgd is.
Ook de belangen van kleinere aantallen burgers moeten daarbij worden gerespecteerd.

Bevolkingskrimp en provinciale/gemeentelijke herindeling vereisen dat het accent nog meer van kwantiteitsbouw wordt verlegd naar kwaliteitsbouw. Bebouwd Den Helder bestaat uit een samenstel van wijken met ieder een eigen karakter. Goed wonen in een aantrekkelijke woonomgeving is van groot belang. De woonfaciliteiten en voorzieningen in de wijken dienen te worden aangepast aan de eisen van de tijd door voortdurend onderhoud, renovatie en vernieuwing. De inwoners van de stad moeten in staat worden gesteld om zolang mogelijk in hun eigen wijk te blijven wonen. Dit vraagt gedifferentieerd samengestelde wijken met een evenwichtig aanbod van koop- en huurwoningen in alle prijsklassen. Het gemeentebestuur moet er voor waken dat inrichting van de stad te veel afhankelijk wordt gemaakt van de vermeende mogelijkheden en onmogelijkheden van “commerciële” marktpartijen.

De corporaties moeten zich richten op hun traditionele taak het voorzien in voldoende en betaalbare huurwoningen voor alle groepen bewoners. De behoefte aan koopwoningen dient in eerste instantie te worden verzorgd door private ontwikkelaars en de wettelijk verplichte verkoop van woningen door de corporaties.

Bestemmingsplannen/omgevingsplannen zijn een belangrijk instrument om sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. In de bestemmingsplannen wordt rekening gehouden met ruimte en voorzieningen, afgestemd op de verschillende levensfases van de bewoners.

Wij willen voor de gehele gemeente een stedenbouwkundige / planologische, samenhangende,
visie, waaraan bestemmingsplannen mede getoetst en geactualiseerd kunnen worden.

Recentelijk zijn de meeste bestemmingsplannen geactualiseerd. Het ontslaat het gemeentebestuur echter niet van de plicht om daar waar nodig een bestemmingsplan via de juiste procedure aan te passen. Met de bevoegdheid van het college van B&W om zelfstandig afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan dient terughoudend omgegaan te worden om de belangen van burgers te waarborgen. Er moet zorgvuldig ervaring worden opgedaan met de “nieuwe” omgevingswet. De mogelijkheden mogen niet uitmonden in een soort recht van de “sterkste” benadering. Burgers moeten actief worden betrokken bij de ontwikkeling van inrichtingsplannen, zowel bij actualisering als bij nieuwe plannen. Bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen en daarop gebaseerde inrichtingsplannen moet worden gestreefd naar zoveel mogelijk behoud van waardevolle cultuurhistorische elementen.

Met name plannen voor- en in de wijk dienen gezamenlijk met inwoners, corporaties, maatschappelijke organisaties, ondernemers, hulpverleningsorganisaties en andere gebruikers te worden opgesteld. Controle op welstand via een externe welstandscommissie moet zo veel mogelijk worden gehandhaafd om de gemeente een spiegel voor te houden.
Het stadshart in combinatie met Willemsoord blijft een probleem.Willemsoord is nog steeds niet de commerciële aanjager die het had moeten worden, noch een zelfstandig stadsdeel.

De uitkomsten van het onderzoek door de daartoe ingestelde commissie moeten de basis blijven voor verdere stappen. Het uitwerkingsplan stadshart lijkt niet het beoogde resultaat te hebben gehad. Ondanks het te boven komen van de crisis is leegstand van winkelpanden en het risico van verpaupering een blijvend probleem. Dit is niet alleen het gevolg van de economische en monetaire crisis doch ook veranderd koopgedrag van consumenten. Wij constateren dat ook de plannen in opzet niet voldoende doordacht waren. Aanpassingen aan de veranderde omstandigheden zijn
onvoldoende integraal uitgevoerd. Het was meer een ad hoc beleid. Op onderdelen heeft het mooie resultaten gehad ,zoals de bibliotheek maar de
oorspronkelijk beoogde samenhang is veer te zoeken.

Dit is naar de mening van Behoorlijk Bestuur ook veroorzaakt doordat de uitvoering in handen van Zeestad is gelegd waarin Den Helder een minderheidsaandeel had. Invloed van de gemeenteraad was minimaal.

Behoorlijk Bestuur is geen voorstander van de voortzetting van Zeestad in de bestaande constructie. Om opgedane kennis en ervaring te behouden is een constructie onder directe aansturing van het gemeentebestuur te overwegen.

b.Wonen
De ontwikkeling van het stadshart is af en moet geen prioriteit meer hebben boven andere delen van de stad. Kwaliteitsverbetering en inbreiding zijn
belangrijker dan uitbreiding. De bebouwde omgeving moet ruimte bieden aan ons bestaan. De gebruiker en bewoner van nu staan centraal, zodanig dat men zich herkent in zijn of haar leefomgeving en zich daarom thuis voelt. De bebouwde omgeving en de openbare ruimte daarin moet terug gegeven worden aan de gebruikers. Een belangrijk instrument daartoe is een consequent uitgevoerde participatie van de bewoner. Iedereen moet gelegenheid hebben om goed en betaalbaar te wonen. Wij willen dat er een evenwichtige woonvoorraad komt, die in de behoeften van diverse
categorieën woningzoekenden voorziet en dat de gemeente het laatste woord over bouwplannen heeft. Er dient afstemming met omringende gemeenten plaats te vinden zonder het belang van Den Helder uit het oog te verliezen.
Wij streven naar een volledig samenstel van basisvoorzieningen (binnen de wijk) zoals scholen, winkels en voorzieningen op het gebied van welzijn, gezondheidszorg en recreatie.

De gemeente dient constructief contact te hebben met de drie corporaties die met de woningtoewijzing zijn belast (Vitalis, Woningbouwvereniging Nieuwe Diep/Woontij en Woningstichting) om die toewijzing sociaal -maatschappelijk effectiever te doen verlopen. De prijsklassen van woningen dienen een afspiegeling te zijn van de inkomensverdeling van de bevolking. Beleidskeuzen met betrekking tot de woningvoorraad dienen die afspiegeling te respecteren. Er dient meer aandacht te worden besteed aan de prestatieafspraken die met de woningbouwcorporaties worden gemaakt.

Er bestaat in Den Helder nog steeds een tekort aan kwalitatief goede en betaalbare huisvesting voor jongeren en ouderen. Daarom vinden wij dat
huisvesting voor deze groepen voorrang moet hebben en dat in de wijken differentiatie in de woningbouw wordt toegepast. Door de verplichting ook statushouders adequaat te huisvesten is er extra druk op de situatie ontstaan. Ook daar moet voldoende aandacht aan worden gegeven. Met betrekking tot monumentenzorg verwijzen we naar de landelijke nota over het monumentenbeleid. Erkende monumenten en historische gebouwen moeten worden gekoesterd.

 

Visie:Behoorlijk Bestuur kiest in een krimpende omgeving voor kwaliteit bij ruimtelijke ordening en stedelijke ontwikkeling, afgestemd op de behoefte van de (vergrijzende) bevolking.De gemeente dient een faciliterende rol met maximale inbreng van de burger zeker te stellen.

 

In het belang van de inwoners van Den Helder & Julianadorp

 Voor Nieuws klik HIER

Wie zijn wij? klik HIER